Hoog/laag of laag/hoogEerst wat meer, daarna wat minder pensioen (of andersom)U kon ervoor kiezen om in de eerste periode na uw pensioneren meer of minder pensioen te krijgen dan daarna. Bijvoorbeeld omdat u dacht dat u in de eerste jaren, of juist in latere jaren, meer geld nodig hebt. De verhouding tussen de verhoogde en de verlaagde uitkering mocht hoogstens 100:75 zijn. In de eerste periode had u meerdere keuzemomenten.
Combineren met vervroegingU kon kiezen voor hoog/laag of laag/hoog in combinatie met
vervroeging. Deze combinatie was op z'n vroegst mogelijk als u 55 jaar bent.
Gevolgen voor partnerpensioenHet partnerpensioen bleef hetzelfde. Dat veranderde dus niet mee met uw ouderdomspensioen.