Ouderdomspensioen

Begin deelneming
U bouwde ouderdomspensioen op zodra u meedeed met de pensioenregeling. U was dan deelnemer. U bouwde pensioen op in de pensioenregeling vanaf de eerste dag dat u voor uw werkgever werkte, onder de voorwaarde dat u 18 jaar of ouder was.

Einde deelneming
U bleef pensioen opbouwen in de pensioenregeling tot u met pensioen ging. Of tot de dag dat u wegging bij uw werkgever. Als u arbeidsongeschikt werd, bleef u pensioen opbouwen in de pensioenregeling zolang u recht had op premievrije voortzetting van pensioenopbouw wegens arbeidsongeschiktheid.

Ingang en einde
U kon met pensioen op de dag dat u 67 jaar werd. U kreeg dit pensioen totdat u overleed.