Sleutelfuncties

Het pensioenfonds kent drie sleutelfuncties: de risicobeheerfunctie, de interne auditfunctie en de actuariële functie. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de houder van een sleutelfunctie en de personele invulling van de daadwerkelijke uitvoering van de sleutelfunctie (vervuller), waarbij de houder de eindverantwoordelijkheid blijft houden.

Het pensioenfonds heeft de sleutelfuncties als volgt ingericht:
 
Sleutelfunctie Houder Vervuller
Risicobeheerfunctie Remco Dijkstra Commissie integraal risicomanagement
Interne auditfunctie Ricardo Henriques InAudit
Actuariële functie Peter Steur Willis Towers Watson

De risicobeheerfunctie beoordeelt, monitort en rapporteert over het risicobeheersysteem. Met de risicobeheerfunctie wordt beoogd dat het pensioenfonds een totaalbeeld heeft van de verschillende risico's waaraan het wordt blootgesteld. Het betreft zowel financiële als niet-financiële risico's. Naast de controlerende rol heeft de risicobeheerfunctie een initiëren en adviserende rol bij het vormgeven van het risicobeheer.
 
De interne auditfunctie betreft het uitvoeren van (interne) audits binnen de bedrijfsvoering van het pensioenfonds. De belangrijkste taak die hoort bij de functie is het periodiek evalueren van de adequaatheid en doeltreffendheid van de interne controlemechanismen en andere procedures en maatregelen ter waarborging van de beheerste en integere bedrijfsvoering van het pensioenfonds, inclusief de uitbestede werkzaamheden.
 
De actuariële functie is belast met de actuariële activiteiten, waaronder het houden van toezicht op de berekening van de technische voorzieningen, het beoordelen van de betrouwbaarheid en adequaatheid van de berekening van de technische voorzieningen en het beoordelen van de algehele gedragslijn voor het aangaan van pensioenverplichtingen.